Te weinig leraren

Inleiding

Een tekort aan leraren blijft vaak lang onzichtbaar. Anders dan in de zorg, ontstaan er in het onderwijs geen wachtlijsten en gaan er geen operatiekamers dicht. Scholen zoeken naarstig naar oplossingen om maar geen leerlingen naar huis te hoeven sturen. Tijd voor overleg, samen ontwikkelen en cursussen volgen, leggen het loodje. Intern begeleiders nemen groepen over, directeuren doen hetzelfde. Deze oplossingen – tussen heel grote aanhalingstekens – versluieren het probleem. Scholen gaan over op een vierdaagse schoolweek.

Het beest bij de naam noemen

Het doet denken aan de discussie over de urennorm in het voortgezet onderwijs. Weet je nog? Na lang te hebben gedoogd dat scholen te weinig uren lesgaven, ging de inspectie beter controleren. Er werden boetes uitgedeeld. Als reactie hielden scholen hun leerlingen meer uren op school, maar zonder dat die uren veel inhoud hadden. Uit protest tegen deze ophokuren gingen scholieren in het najaar van 2007 de straat op.

Jaren later analyseerde ik wat er destijds eigenlijk gebeurde. Ook toen was er een tekort aan leraren. Hoewel dat tekort niet kleiner werd, verschoof de discussie na verloop van tijd naar het probleem van de lesuitval. De ophokuren waren vooral een reactie om die lesuitval tegen te gaan. Zo verdween het structurele probleem van te weinig leraren naar de achtergrond, en spitste de discussie zich toe op lesuitval en urennormen.

In de dagelijkse schoolpraktijk loopt een tekort aan leraren naadloos over in het uitvallen van lessen. Maar in de publieke opinie is het een wereld van verschil. De rijksoverheid werd verantwoordelijk gehouden voor het lerarentekort, vooral door ouders. Het bestrijden van lesuitval lag op het bordje van de schoolbesturen. Dat riepen niet alleen de Rijksoverheid en de inspectie, dat vonden ook ouders en leerlingen.

Schoolbesturen kunnen het structurele probleem van het lerarentekort niet alleen oplossen. Daar is meer voor nodig. Daarom is het zo belangrijk welke naam het beestje krijgt. Mocht de geschiedenis zich herhalen, dan verschuift de discussie straks opnieuw. Deze keer van het structurele probleem van het lerarentekort naar de vierdaagse schoolweek. Dan legt de publieke opinie de verantwoordelijkheid niet langer bij bewindslieden in Den Haag, maar belandt die op honderden burelen van schoolbesturen. Zonder dat het eigenlijke probleem een oplossing vindt.

Het is belangrijk dat het tekort aan leraren zichtbaar wordt en blijft. Het is ook belangrijk dat het ‘lerarentekort’ blijft heten en niets anders.

 

Waslander, S. (2018). Te weinig leraren, Didactiefonline, december 2018.

Aanbevolen

Lees meer

Slob geeft het op

Minister Slob heeft de handdoek in de ring gegooid. Hoe valt anders te begrijpen dat scholen in de grote steden - als het echt niet anders kan - ouders voor de kl...

Lees meer