Sturen in samenspraak 1990 - 2018

Geert ten Dam, Sietske Waslander

Inleiding

'Wij willen leren, geef ons ook de kans’. Met deze kreet trekken leerlingen en studenten in 2006 aan de bel bij staatssecretaris Bruins. Ze vinden dat ze door nieuwe onderwijsvormen als het studiehuis voor havo en vwo en het competentiegericht onderwijs in mbo en hbo, te weinig les krijgen. Ook klagen ze over te weinig inhoudelijke begeleiding van docenten. Dat leerlingen en studenten oproepen tot meer onderwijs is voor Nederland een unicum. Het trekt alom de aandacht.

Crisis in onderwijsbeleid

Het protest van leerlingen en studenten is de zoveelste manifestatie van toenemend ongenoegen over het onderwijs. Ook bij leraren, ouders en politici. In de media ontstaat een heftige polemiek naar aanleiding van vernieuwingen die vanaf de jaren negentig hun intrede deden. In rap tempo zwelt het debat aan tot een brede maatschappelijke discussie over de kwaliteit van het onderwijs. Het leidt zelfs tot een parlementair onderzoek naar een aantal specifieke onderwijsvernieuwingen. Het rapport dat de commissie Dijsselbloem in 2008 oplevert (‘Tijd voor onderwijs’) liegt er niet om. De commissie vindt dat de overheid haar kerntaak om zorg te dragen voor de kwaliteit van het onderwijs ernstig heeft verwaarloosd, de pedagogisch-didactische vrijheid van scholen te zeer beperkt, en niet zorgvuldig omgaat met de vorming en uitvoering van beleid. Draagvlak ontbreekt; er is teveel over de hoofden van scholen en leraren heen beslist.

Deze crisis in het Nederlandse onderwijsbeleid is een treffende illustratie van het spanningsveld waarbinnen de overheid moet opereren. In Artikel 23 van de Grondwet wordt de tekst 'het onderwijs is een voorwerp van aanhoudende zorg der regering' in het eerste lid, in het tweede lid immers direct gevolgd door 'het geven van onderwijs is vrij'. De overheid draagt verantwoordelijkheid, tegelijkertijd hebben schoolbesturen grote autonomie. De overheid kan deugdelijkheidseisen stellen aan scholen, tegelijkertijd moet hij zich terughoudend opstellen om niet in de vrijheid van richting en inrichting van scholen te treden. Zo is het uitdrukkelijk aan scholen zelf om te bepalen welke leermiddelen ze willen gebruiken en welke pedagogisch-didactische aanpak ze willen volgen. Voor de overheid vereist sturen op de kwaliteit van het onderwijs dan ook grote navigatiekunst.

 

Dam, G. ten & Waslander, S. (2018). Sturen in samenspraak 1990 - 2018. In: Slaman e.a. (red.) In de regel vrij. 100 jaar politiek rond onderwijs, cultuur en wetenschap. Den Haag: Ministerie van OCW. Hoofdstuk 10, pp. 342 - 361.

Aanbevolen

Lees meer

Sturing van burgerschapsvorming

De burgerschapsopbrengsten van scholen in Nederland laten te wensen over. Zo blijven de competenties van leerlingen in het voortgezet onderwijs achter bij die van...

Lees meer