- Home
- Thema's
- Stelsel & Sturing
- Regionale sturingsnetwerken...
Samenvatting
De regio is populair. Volgens de besturingsfilosofie van regionalisering zijn veel vraagstukken in deze tijd niet meer op nationaal, noch op lokaal niveau adequaat op te lossen. Waar centrale sturing onvoldoende recht doet aan lokale verschillen, ontberen afzonderlijke organisaties vaak voldoende slagkracht. De hoop is gevestigd op samenwerken in ‘de regio’. Het onderzoeksproject ‘Sturen met Ruimte’ probeert meer zicht te krijgen op het functioneren van regionale sturingsnetwerken in het Nederlandse onderwijs. Een regionaal sturingsnetwerk is een bestuurlijk netwerk van twee of meer autonome organisaties, die hun handelen proberen te coördineren om doelen te realiseren die ieder van hen afzonderlijk niet kan bereiken, en wat op een schaalniveau ergens tussen lokaal en landelijk opereert. De hoofdvraag van het hele onderzoeksproject luidt: Hoe krijgen regionale sturingsnetwerken in onderwijs vorm en hoe beïnvloedt deze vorm hun bestuurlijke prestaties en impact?
Dit rapport doet verslag van een empirisch onderzoek bij dertig
regionale sturingsnetwerken in het Nederlandse onderwijs. Op basis van dit onderzoeken trekken we drie conclusies:
1. Het functioneren van regionale sturingsnetwerken is betrouwbaar te meten
Op basis van een uitgewerkt theoretisch perspectief op netwerken, ontwikkelden en valideerden we nieuwe instrumenten om zowel bestuurlijke prestaties als impact van netwerken te meten. We hebben deze instrumenten getest, verfijnd en gevalideerd. De instrumenten die we hebben ontwikkeld zijn bruikbaar voor heel verschillende typen
netwerken zodat onderlinge vergelijking beter mogelijk wordt. Deze nieuwe instrumenten zijn daarom een eerste, belangrijke opbrengst van dit onderzoek
2. Bestuurlijk vermogen speelt een cruciale rol in het functioneren van regionale sturingsnetwerken
Ondanks de ruime hoeveelheid onderzoek naar netwerken, is empirisch onderzoek naar de opbrengsten en uitkomsten van netwerken schaars. Het blijft veelal bij de veronderstelling dat gedeelde visies en onderling vertrouwen belangrijk zijn. Dankzij het meetbaar maken van de kernconcepten, kan dit onderzoek empirisch gevalideerde uitspraken doen. Het bestuurlijk vermogen van regionale sturingsnetwerken blijkt, als verwacht, samen te hangen met hun bestuurlijke prestaties, die op hun beurt samenhangen met de impact die een netwerk weet te realiseren voor leerlingen en studenten. Met andere woorden: goede
onderlinge verhoudingen en het delen van een gezamenlijke visie en informatie, dragen ertoe bij dat netwerkleden – ondanks eigen belangen en onderlinge concurrentie – gezamenlijk handelen om een collectief belang te dienen. De coördinatoren van netwerken vervullen een essentiële rol in het opbouwen en behouden van bestuurlijk vermogen van een netwerk.
3. Er is geen samenhang tussen de manier waarop netwerken worden begrensd en hoe ze functioneren, maar overlap met andere netwerken doet er wel toe
De crux van het functioneren van regionale sturingsnetwerken ligt bij het ontwikkelen van bestuurlijk vermogen. Dat geldt voor alle netwerken, ongeacht de aanleiding voor hun ontstaan en ongeacht de aard van hun grenzen. Het opbouwen van bestuurlijk vermogen kan meer of minder lastig zijn – en de vorming en begrenzing van netwerken kan daar
indirect een rol bij spelen – maar die lastigheden hebben eerder te maken met specifieke omstandigheden van een specifiek netwerk, dan met factoren die voor alle netwerken systematisch en op een vergelijkbare manier doorwerken in hun functioneren.
De overlap – zowel in mensen als in onderwerpen – tussen verschillende regionale sturingsnetwerken lijkt wel van invloed op hun functioneren. Maar hoe dat werkt, blijkt anders, genuanceerder en complexer dan we dachten. We constateren dat binnen regionale sturingsnetwerken een permanente zoektocht gaande is om te bepalen wat op welke tafel,
in welk netwerk, te bespreken. Bovendien lijken coördinatoren bewust heel uiteenlopende strategieën te hanteren om met overlap, complexiteit en afstemming om te gaan, wat mogelijk een factor op zichzelf is.
Leeuw, T. de, Gerritsen, S., Waslander, S., Theisens, H.C. & Hooge, E.H. (2025). Regionale sturingsnetwerken in het Nederlandse onderwijs. Hoe ruimtelijke configuraties van regionale sturingsnetwerken van invloed zijn op bestuurlijk vermogen, bestuurlijke prestaties, en impact. Tilburg: TIAS School for Business and Society.
Aanbevolen

Delicate verbanden: Over hoe regionale netwerken 'Samen opleiden en professionaliseren' functioneren in de praktijk
Verslag van het onderzoek naar tien regionale netwerken 'Samen opleiden en professionaliseren'. Het is onderdeel van een groter onderzoek 'Sturen met Ruimte'.
Lees meer