Uitwijkonderwijs

Inleiding

Het Nederlandse onderwijsstelsel is wereldberoemd vanwege het grote aandeel scholen dat ‘publiek gefinancierd en privaat bestuurd’ is. Volgens internationaal onderzoek blijkt juist deze combinatie heilzaam voor de kwaliteit van het onderwijs. Heel kort door de bocht: met publieke financiering blijven alle soorten scholen toegankelijk, dankzij private besturing hebben scholen de autonomie om zelf de beste keuzes te maken. Het openbaar onderwijs is inmiddels bijna overal op de een of andere manier verzelfstandigd. Het aandeel privaat bestuurde scholen is daardoor de laatste jaren nog groter geworden. Maar hoe staat het eigenlijk met de publieke financiering?

Een groeiende markt

Basis- en middelbare scholen worden bijna uitsluitend uit publieke middelen betaald. Toch is dat maar een deel van het verhaal. Ouders besteden namelijk steeds meer geld aan onderwijs. Niet via de collectieve weg van de belastingen voor alle kinderen, maar via de private weg van uitgaven voor hun eigen kinderen. Van het particuliere onderwijs weten we dat het groeit, maar niet hoeveel. Luzac, een van de grootste aanbieders, zag het aantal leerlingen stijgen van ongeveer 275 in 2006 naar zo’n 3000 in 2015. Internationaal gezien blijft het Nederlandse particuliere onderwijs trouwens heel bescheiden in omvang. Daarnaast is er een groeiende markt voor ‘uitwijkonderwijs’. Daaronder vallen diensten als huiswerkbegeleiding, bijles en toets- en examentrainingen.

De beste schatting die we hebben, is dat ongeveer een kwart van de leerlingen in het voortgezet onderwijs huiswerkbegeleiding of bijles krijgt. Ongeveer de helft van deze diensten wordt betaald. Ouders die er voor betalen, besteden er gemiddeld € 500 per schooljaar aan. Mede op basis van deze schattingen becijfert het CBS dat de totale uitgaven aan bijles, huiswerkbegeleiding en examentraining in het voortgezet onderwijs is toegenomen van een kleine € 50 miljoen in 2005, tot ongeveer € 100 miljoen in 2011. Zo zag Lyceo, een van de grootste aanbieders van examentrainingen, het aantal deelnemers stijgen van ongeveer 100 in 2005, naar ongeveer 10.000 in 2012. Een echte groeimarkt dus. Ook voor kinderen op de basisschool is er uitwijkonderwijs. Volgens het CBS gaven ouders van basisschool leerlingen in 2005 samen ongeveer € 9 miljoen uit aan dat type diensten, in 2011 was dat zo’n € 13 miljoen.

Bij gebrek aan beter zijn dit oude cijfers, die bovendien niet bijster betrouwbaar zijn. Niettemin is de trend onmiskenbaar: ouders zijn bereid én in staat om steeds meer te betalen voor het onderwijs van hun eigen kinderen.

Op de schaal van de totale onderwijsbegroting gaat het om kleingeld. Bovendien kun je je sowieso afvragen hoe erg het is. Met die private middelen komt er in totaal meer geld voor onderwijs beschikbaar, en uiteindelijk heeft iedereen daar waarschijnlijk baat bij.

De vier fasen van Wexler

Bij vragen over publiek en privaat denk ik altijd aan Philip Wexler, een Britse ‘kritiese’ socioloog. Wexler ziet het vermarkten van onderwijs als een proces dat zich in vier opeenvolgende fasen voltrekt.

  • Het begint in fase één allemaal met de afbraak van ideeën. Deze culturele demontage loopt via de taal en tast de idee aan dat mensen een cultuur met elkaar delen, een gemeenschap vormen en gezamenlijke uitgangspunten onderschrijven. Het brengt noties als deel uitmaken van een collectief en een publiek belang dienen in diskrediet.
  • Dit maakt de weg vrij voor de tweede fase, die van de ‘verdinglijking’. Concepten als onderwijs, kennis en leren worden opnieuw omschreven, in termen die ook voor ‘dingen’ worden gebruiken. Daardoor kunnen we er aan meten en rekenen, wat er vervolgens voor zorgt dat we er ook op willen sturen. Kenmerkend voor deze fase is het opknippen van het onderwijs in afzonderlijke modules, die vervolgens op verschillende manieren te combineren zijn.
  • De derde fase breekt aan als het nieuwe denken de institutionele vormgeving raakt. Nu lijkt het marktmechanisme het aangewezen middel om met ‘onderwijs-op-maat’ in individuele behoeften te voorzien. Onderwijsinstellingen bieden een product, concurreren met andere producenten en dingen om de gunst van de onderwijsconsument. Ook de interne organisatie van scholen gaat steeds meer lijken op die van private ondernemingen.
  • Na de afbraak, de verdinglijking en de vermarkting, volgt in de laatste fase het corporatisme. Onderwijsinstellingen en bedrijven gaan steeds meer op elkaar lijken, delen steeds meer belangen en gaan steeds intensiever met elkaar samenwerken door bijvoorbeeld personeel uit te wisselen en ‘partnerships’ aan te gaan. Hierdoor vervagen de grenzen tussen onderwijs en bedrijfsleven. Zodat, aldus Wexler, de democratie stapsgewijs haar greep op het onderwijs helemaal kwijtraakt.
Nieuwe vormen van solidariteit

Zo beschouwd gaat het bij uitwijkonderwijs niet om de hoeveelheid geld die ouders er aan besteden. Het gaat om het principe, namelijk dat er naast het publiek betaalde onderwijs voor iedereen, een schaduwsysteem ontstaat voor enkelen. In de meeste discussies gaat het over toegankelijkheid, waardoor er al gauw geen middenweg meer is tussen verplicht en collectief aan de ene kant en vrijwillig en particulier aan de andere kant.

Indachtig Wexler, moeten we volgens mij nadenken over nieuwe vormen van democratie en solidariteit. Dat ouders het onderwijs voor hun kinderen betalen via de belastingen, berust op een traditionele vorm van solidariteit. Eentje die anoniem, abstract en grootschalig is. Die vorm van solidariteit is tanende, en dat geldt zeker niet alleen voor het onderwijs. Het is de moeite waard andere, minder anonieme en meer concrete en kleinschaliger vormen van solidariteit te beproeven. Bijvoorbeeld: draagkrachtige ouders die op basis van vrijwilligheid samen een conciërge of een extra remedial teacher bekostigen, waar alle leerlingen op school baat bij hebben. Zeker, ook dat is bepaald niet zonder problemen. Dat is precies de reden waarom we het moeten doordenken en beproeven. Het alternatief is dat we het uitdijende schaduwsysteem ongestoord de ruimte geven om één van de fundamenten van ons stelsel te ondergraven. En dat lijkt me nog onwenselijker.

 

Waslander, S. (2015). Uitwijkonderwijs, Bestuur Beleid Beschouwing, De Nieuwe Meso, 2015(3): 22-24.

Aanbevolen

Lees meer

Het publieke karakter van onderwijs

In de jaren tachtig domineerde wereldwijd de gedachte dat organisaties als ministeries, scholen, vervoersbedrijven en ziekenhuizen een voorbeeld moesten nemen aan...

Lees meer