Zelfredzaamheid

Inleiding

Het woord ‘zelfredzaamheid’ maakt een nieuwe opmars in het beleid. Twintig jaar geleden was de term ook populair. Destijds werd ‘zelfredzaamheid’ gebruikt in documenten en debatten over nieuwkomers, minderjarige asielzoekers, vreemdelingen en dak- en thuislozen. Deze ‘buitenstaanders’ moesten zich aanpassen en zichzelf leren redden om een plek in de samenleving te verwerven.

Transitie sociaal domein

De laatste jaren is ‘zelfredzaamheid’ vooral populair als het over de transitie in het sociale domein gaat. Burgers moeten meer zelfredzaam worden en de lokale overheid moet hen daartoe stimuleren en zonodig ondersteunen. Nu moeten niet alleen speciale doelgroepen zelfredzaam zijn, iederéén moet er aan geloven. In de nieuwe Jeugdwet staat dan ook dat jeugdhulp zich moet richten op het ‘opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid’.

Met de Jeugdwet, de Participatiewet en de nieuwe Wet op de Maatschappelijke ondersteuning (wmo), is de lokale overheid integraal verantwoordelijk voor het sociale domein. Bijna tegelijkertijd werd de wet Passend onderwijs van kracht. Al deze wetten zijn gebaseerd op de idee dat op lokaal niveau betere oplossingen gevonden kunnen worden, door beleidsdomeinen die tot voor kort gescheiden waren beter op elkaar af te stemmen en te integreren.

Van een kwetsbare positie naar minder zelfredzaam

Eind vorig jaar was er een ‘Jongvolwassenentop’. Daar werd gesproken over meer afstemming tussen lokale en centrale overheid, bedrijfsleven, sectororganisaties en maatschappelijke organisaties in de zorg, hulpverlening en onderwijs. Het afstemmen van beleidsterreinen begint met het spreken van dezelfde taal. Tot voor kort sprak OCW over ‘jongeren in een kwetsbare positie’. Sinds de jongvolwassenentop spreekt OCW de taal die gangbaar is in het sociaal domein en gaat het over ‘minder zelfredzame jongeren’.

De verandering in terminologie is minder onschuldig dan het lijkt. Waar een ‘kwetsbare positie’ aandacht heeft voor moeilijke omstandigheden - zoals armoede, werkloosheid en geweld - zet ‘minder zelfredzaam’ de schijnwerpers genadeloos op de jongere zelf. ‘Minder zelfredzaam’ maakt direct duidelijk waar het aan schort en wat de oplossing is. Iedereen moet zichzelf maar redden. Dat is de nieuwe norm.

Ontmoet Anne

Wat zich hier voltrekt is wat de Britse socioloog Nikolas Rose een politieke technologie noemt. Door oplopende zorgkosten kunnen we ons geen zorgzame samenleving meer veroorloven. De beleidsdroom is een participatie-samenleving waarin iedereen zichzelf redt. Daarom propageert het beleid het ideaal van zelfredzaamheid. Maar het is veel meer dan dat. Het is ook de bril waardoor mensen naar zichzelf en anderen leren kijken.

Een recente beleidsbrief van de beide Ministers van Onderwijs laat er geen misverstand over bestaan. Ambtenaren moeten beleid tegenwoordig dicht bij de mensen brengen, en zo maken we in deze brief kennis met Anne. Anne is een jonge vrouw van 19 die te maken heeft met een ‘instabiele en onveilige thuissituatie’ en ‘geldproblemen’. Ze volgt een entreeopleiding op het mbo. Anders dan de meeste anderen zonder startkwalificatie ‘heeft Anne zelf een baan … gevonden’. Even later leren we dat Anne het ‘niet meer zag zitten en wilde stoppen met school’. Samen met anderen - de zorgcoördinator, een maatschappelijk werker, een psycholoog, een jobcoach van de gemeente - ging ze op zoek naar een oplossing. Nu kan ze weer ‘volwaardig meedraaien’.

De boodschap is duidelijk: je moet het zelf doen. Anne is ‘volwaardig’ als ze weer helemaal meedraait. Als het even niet lukt, rukt weliswaar een klein legertje hulpverleners uit, maar die helpen Anne vooral om zelf haar problemen op te lossen. Dat de thuissituatie onveilig is of dat er geldproblemen zijn doet daar niets aan af. Lastige omstandigheden zijn er om overwonnen te worden. Anne moet zichzelf leren redden en is daar zelf verantwoordelijk voor.

De nadruk op zelfredzaamheid individualiseert, of beter gezegd pesonaliseert, maatschappelijke vraagstukken. De blik richt zich niet naar buiten, naar armoede of geweld. Individuen hebben zelf een probleem, en vooral ook een persoonlijk probleem. De blik moet naar binnen. Daar moet een ieder de ‘eigen kracht’ vinden om zelfredzaam te zijn. Ondertussen komen er signalen dat onder jongeren een epidemie van psychische problemen is uitgebroken. Vorig jaar kreeg maar liefst een op de acht leerlingen in de basisschoolleeftijd een vorm van jeugdhulp. Eerder dit jaar bleek ook in het hoger onderwijs de psychische nood onder studenten hoog. Het gaat nog niet meevallen met die zelfredzaamheid. Straks wordt het via de zijdeur alsnog een maatschappelijk probleem.

 

Waslander, S. (2018). Zelfredzaamheid, Nederlands Tijdschrift voor Onderwijsrecht en Onderwijsbeleid, 30(2): 66-67.

Aanbevolen

Lees meer

Therapeutisering (1)

Het gaat niet goed met de psychische gesteldheid van de jeugd. Ieder jaar krijgt een op de tien basisschoolleerlingen een vorm van jeugdhulp. Studenten bezwijken...

Lees meer