Passend onderwijs in pers en politiek. Deel I

Sietske Waslander mmv Eva Buwalda-Groeneweg

Samenvatting

Het beleid rond Passend onderwijs verandert door de jaren. Doelen worden meer of juist minder belangrijk. Regels worden gewijzigd. En er komt nieuw beleid, zowel op het gebied van onderwijs als op het gebied van jeugdhulp, zorg en arbeidsmarkt. Het volgen van deze veranderingen is belangrijk om Passend onderwijs goed te kunnen evalueren. Dit onderzoek beschrijft beleidsdiscussies en -veranderingen in pers en politiek in de periode van 1 augustus 2014 tot 1 januari 2017. Het is gebaseerd op bijna 350 krantenartikelen, circa 50 uitzendingen op radio en TV en 800 parlementaire documenten.

Twee logica's 

In de onderzoeksperiode is het beleid op een aantal punten gewijzigd. Voor kinderen met ernstige meervoudige beperkingen zijn reparatie-maatregelen getroffen. De bekostiging van leerwegondersteunend- en praktijkonderwijs is gewijzigd. In het middelbaar beroepsonderwijs is het toelatingsrecht ingevoerd. En ouders hebben instemmingsrecht gekregen.

Passend onderwijs krijgt regelmatig aandacht. In de pers klinkt een ‘logica van de praktijk’ door. Journalisten schrijven vooral vanuit het perspectief van leerlingen met extra onderwijsbehoeften en hun ouders. De leidende vraag is wat Passend onderwijs betekent in hun dagelijkse leven. Thuiszitters krijgen relatief veel aandacht. Bewindslieden en documenten die namens hen naar de Kamer worden gestuurd, getuigen van een ‘logica van het beleid’. Vanuit dat perspectief is er veel aandacht voor de rol van samenwerkingsverbanden. In de Tweede Kamer ontmoeten beide logica's elkaar. Kamerleden richten zich, mede op basis van berichten in de pers, op implementatie en concrete gevolgen van het beleid.

Zowel in de pers als in de politiek gaat het tot dusver vooral in algemene zin over geld. Er is weinig aandacht voor de specifieke wijze van bekostiging van Passend onderwijs. Namelijk een vast budget op rijksniveau om de kosten te beheersen en verevening tussen samenwerkingsverbanden om tot een rechtvaardiger verdeling van middelen te komen. Ook de wel of niet doelmatige besteding van middelen door samenwerkingsverbanden komt zelden aan de orde.

De ‘logica van de praktijk’ en de ‘logica van het beleid’ versterken elkaar rond het thema thuiszitters. Voor de pers is het relatief eenvoudig de problematiek rond thuiszitters een concreet gezicht te geven; voor de politiek is het een indicator voor het welslagen van het beleid. De twee logica's kunnen ook botsen. Dat blijkt uit discussies rond doorzettingsmacht: wie kan een oplossing afdwingen als partijen er onderling niet uitkomen? Op lokaal niveau moeten daar afspraken over worden gemaakt. Vanuit beleidsperspectief is daar tijd voor nodig en is het wenselijk als lokale partijen zelf kunnen besluiten hoe ze het onderling regelen. Vanuit de logica van de praktijk gaat het om leerlingen die tussen wal en schip raken en ouders die tegen muren oplopen. Vanuit dat perspectief is iedere dag er één teveel. De Tweede Kamer dringt aan op wetgeving waarmee de doorzettingsmacht overal is geregeld, op dezelfde manier.

 

Waslander, S. (2017). Passend onderwijs in pers en politiek. Deel I. Tilburg: TIAS School for Business and Society. [Nr. 22 in de reeks Evaluatie Passend Onderwijs.]

Aanbevolen

Lees meer

Passend onderwijs in pers en politiek. Deel II

Passend onderwijs beroert de gemoederen. Het publieke en politieke debat over passend onderwijs staat central in dit rapport. Vanaf het moment dat de wet van krac...

Lees meer